Negenennegentig procent van de werelden is vernietigd door een biochemische oorlog. De technologie is verouderd en de bodem is vervuild, waardoor mensen nauwelijks nog voedsel hebben. De overlevenden proberen door te gaan met het jagen en consumeren van de levende doden, wat ernstige gevolgen heeft omdat het dode vlees begint te muteren terwijl de biochemische stof nog in de atmosfeer aanwezig is. De spijsverteringssystemen van mensen beginnen zich te ontwikkelen en dringen zich een weg uit de mond van het slachtoffer om zelf naar voedsel te zoeken. Mutaties lopen uit de hand en leiden tot een groteske finale.