Op het Toscaanse platteland wordt Pietro, de verlegen zoon van een tirannieke landeigenaar, eind 19e eeuw verliefd op Ghisola, een boerenmeisje zonder familie. Zijn vader heeft haar weggestuurd. Jaren later ontmoeten de twee elkaar weer: nog steeds verliefd op haar, wil Pietro graag met haar trouwen, maar ze is de minnares geworden van een getrouwde man.