Maem is een jonge vrouw op het platteland van Thailand in de jaren zestig. Het is tijd waarin de spanningen van de militaire dictatuur en de communistische rebellen toenemen. Maem wordt het hof gemaakt door twee heel verschillende jonge mannen – een bedaarde riksja-chauffeur die letterlijk aan de kant wordt geduwd door een ambitieuze en meedogenloze legerleider. Vijftig jaar later is de legerleider een in ongenade gevallen generaal geworden. Maem verzorgt haar gewelddadige echtgenoot tijdens zijn laatste dagen en kijkt terug op haar leven vol verlies en gelukkige momenten.