Na vier jaar krijgt Kyoko een verrassingsbezoek van haar ex-vriend Shunichi, die haar vraagt om samen met hem te sterven. Kyoko is het daarmee eens. Ze lijdt onder het conflict tussen haar innerlijke verlangen naar vrijheid en haar uitzichtloze situatie als secretaris van haar vader, een politicus. Kyoko en Shunichi begeven zich naar een landgoed dat eigendom is van Kyoko's overleden grootvader, verborgen in de bergen. In de vrije natuur denken ze niet alleen aan doodgaan. Ze willen in hun laatste weken iets doen dat hun leven zal verrijken.