Tim Boerhave, lector in de filosofie, verliest zijn benen bij een bomaanslag. Wie is de dader? Het laatste beeld voor de explosie, is dat van een grote zwarte hond met een sardineblikje aan zijn halsband, die opsprong tegen de keukendeur. Voor Tim is de vraag naar de dader minder urgent dan de vraag naar het waarom. Niemand heeft de aanslag opgeëist. Hij kan geen reden verzinnen waarom juist hij als doel is uitgekozen. Terwijl zijn huis wordt herbouwd, trekt hij zich met zijn gezin terug in een rustig familie hotel om te revalideren. Dag en nacht sluit hij zich op in zijn hotelkamer. Hij is geobsedeerd bezig met het in kaart brengen van wat er op die fatale ochtend voorafging aan de explosie. Wie is de dader? Waarom is Tim het slachtoffer?